formatief toetsen
Voordat we naar de 21 manieren van formatieve toetsing gaan is het handig om het verschil te weten tussen formatief toetsen en summatief toetsen:
Formatief toetsen en summatief toetsen zijn beiden verschillende methoden om de voortgang en prestaties van studenten te meten in het onderwijs.
Formatief toetsen is het proces waarbij docenten en leerlingen het leerproces geven van feedback om hun begrip en prestaties te verbeteren. Geen harde beoordeling dus.
Summatief toetsen is gericht op het beoordelen van de prestaties van de leerlingen aan het einde van een les, hoofdstuk of schooljaar. Dit wordt meestal meegenomen in de bevorderingsnorm.
Formatief toetsen is het proces waarbij docenten en leerlingen via bepaalde werkwijzen inzichtelijk proberen te maken waar de leerling staat in zijn leerproces. Zeg maar een evaluatie van het leerproces, leeractiviteiten en positie van de leerlinging met betrekking tot de tussentijdse beheersing van de leerstof. Dit gebeurt met als doel om inzicht te krijgen in de voortgang van leerlingen en om onderwijs op maat te bieden. In tegenstelling tot summatieve toetsing die zich richt op het eindresultaat, ligt bij formatief toetsen de nadruk op het begeleiden van het leerproces.
Bij formatief toetsen kun je dus tests en opdrachten gebruiken om te bepalen waar de leerlingen op dat moment staat met betrekking tot bepaald onderwerp of hoofdstuk. Beheerst de leerling de stof? Met deze resultaten kun je vervolgens jouw lessen en instructie aanpassen, aan het het niveau en de voortgang van jouw leerling. Formatief toetsen kan jouw leerlingen ook helpen bij het achterhalen van hun sterke en zwakke punten en biedt jou als leraar/lerares waardevolle informatie om je lesgeefstrategieën aan te passen.
Summatief toetsen is daarentegen gericht op het beoordelen van de prestaties van je leerlingen en wordt uiteindelijk gebruikt om cijfers te genereren voor de bevorderingsnorm.
Summatief toetsen is dus over het algemeen gestandaardiseerd en beoordeeld op basis van een vastgestelde set criteria.
Waarom is formatief toetsen belangrijk?
Het verbetert het leerproces: Formatief toetsen geeft jou als docent maar ook je leerlingen de kans om te zien waar de leerlingen staan in hun leerproces en welke onderdelen extra aandacht nodig hebben. Hierdoor kun je als docent je onderwijsstrategieën aanpassen en leerlingen beter begeleiden, waardoor hun leerproces uiteindelijk verbetert.
Daarnaast vergroot het ook de betrokkenheid: Je leerlingen voelen zich meer betrokken bij hun leerproces wanneer ze regelmatig feedback ontvangen over hun prestaties en begrip van de lesstof. Dit kan de motivatie en het zelfvertrouwen je leerlingen vergroten, wat kan leiden tot betere leerresultaten. Ook bevordert formatieve toetsing de zelfregulering van je leerlingen: Formatief toetsen moedigt leerlingen aan om na te denken over hun eigen leerproces en zelfregulatievaardigheden te ontwikkelen. Het monitoren van hun eigen leerproces en dit vervolgens aanpassen, is een belangrijke vaardigheid, ook voor in de toekomst.
21 Voorbeelden van formatieve toetsing:
Nu ben je vast benieuwd welke mogelijkheden er zijn om formatieve toetsing toe te passen.
Wij hebben een aantal werkvormen voor formatieve toetsing voor je op een rij gezet:
1 Exit tickets: Dit zijn korte schriftelijke opdrachten, vragen of samenvattingen die aan het einde van een les of activiteit worden gegeven/gemaakt om te controleren wat de leerlingen hebben geleerd. Zo kun je resultaten van deze toetsing gebruiken om te beslissen welke onderwerpen in de toekomst meer aandacht moeten krijgen.
2 Klasgesprekken: Informatieve gesprekken in de klas waarin leerlingen feedback geven op elkaars werk en reflecteren op hun eigen leerproces. Je kunt als leraar de inbreng van leerlingen gebruiken om hun onderwijsstrategieën aan te passen.
3 Peer feedback: Leerlingen krijgen de kans om elkaars werk te beoordelen en feedback te geven.
Dit kan helpen om de begrip en het kritisch denken van de studenten te bevorderen.
4 Tussentijdse toetsing: Deze toetsing vindt plaats tijdens een hoofdstuk zodat de leerling weet of hij/zei de behandelde stof al beheerst.
5 Praktische toetsen: Bijvoorbeeld in het vak techniek of scheikunde waarbij de studenten zelf aan de slag gaan met praktische opdrachten die geëvalueerd worden door de docent, zonder hier een eindcijfer aan te verbinden.
6 Beoordelingen van de les: Studenten vullen aan het einde van een les een vragenlijst in waarin ze reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze nog niet begrijpen. Leerkrachten kunnen deze informatie gebruiken om hun lesvoorbereiding en lesgeven te verbeteren.
7 Quizzen: Korte quizzen over de lesstof om de voortgang van het leerproces van de studenten te meten.
8 Feedback van de leraar over de progressie: Ook feedback van de leraar is een vorm van formatieve toetsing. De feedback aan de leerlingen over hun werk en prestaties en de mate van beheersing die je al ziet, helpt hen bij het kunnen inschatten waar ze staan en wat er nog nodig is.
9 Reflectieopdrachten: Leerlingen schrijven een reflectieverslag over hun leerproces om inzicht te krijgen in hun eigen denken en leren.
10 Feedback op werkgedrag middes observaties: Leerkrachten observeren het gedrag en de interacties van de leerlingen tijdens de les om te begrijpen hoe ze leren en waar ze extra hulp bij nodig hebben. En geeft hier feedback op.
11 Peer assessment: Leerlingen beoordelen elkaars werk om feedback te geven en te leren van elkaar.
12 Mindmaps: Leerlingen creëren mindmaps om hun kennis en begrip van de lesstof te visualiseren en hun gedachten te organiseren.
13 Portfolio’s: Leerlingen creëren een portfolio van hun werk om hun voortgang en prestaties in de loop van de tijd te documenteren.
14 Presentaties: Leerlingen geven presentaties over hun werk en bevindingen om de beheersing van de lesstof te demonstreren.
15 Quizlet: Een online platform waarop leerlingen quizzen en flashcards kunnen maken om hun kennis te testen en te delen met hun klasgenoten.
16 Rubrics: Een beoordelingsmatrix waarin criteria voor het beoordelen van prestaties zijn opgenomen, met de mogelijkheid voor studenten om zelf hun prestaties in te schatten.
17 Socratische gesprekken: Interactieve gesprekken waarbij leerlingen worden uitgedaagd om kritisch na te denken en hun ideeën te onderbouwen met argumenten en bewijsmateriaal.
18 Online discussieforums: Discussiefora waar leerlingen kunnen samenwerken en vragen kunnen stellen om zo te beseffen wat ze al weten om vervolgens hun begrip van de lesstof te verdiepen.
19 Exit interviews: Korte interviews waarin leerlingen vragen beantwoorden over wat ze hebben geleerd en wat ze nog moeten begrijpen om hun leerproces te verbeteren.
20 Graphic organizers: Visuele hulpmiddelen zoals diagrammen, tabellen en kaarten die leerlingen kunnen gebruiken om hun gedachten en begrip van de lesstof te structureren en te ordenen.
21 Zelfevaluatie: Leerlingen evalueren hun eigen werk en prestaties om te bepalen waar ze staan in hun leerproces en om gebieden te identificeren waar ze extra aandacht aan moeten besteden.
Kortom: Er zijn vele mogelijkheden voor formatieve toetsing en het is aan jou als leraar om te beslissen welke toetsingsvormen het beste passen bij jouw onderwijsstijl en type klas/leerlingen.